Heeft mij hond last van epilepsie?
De hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen, die voortdurend boodschappen aan elkaar doorgeven. Dat gebeurt via elektrische impulsen (kleine stroomstootjes) en chemische stoffen (neurotransmitters) die de prikkel overdragen van de ene hersencel op de andere. Soms wordt dit systeem verstoord. Het gevolg van die storing is een plotselinge, overmatige ontlading van (groepen) hersencellen, te vergelijken met een soort kortsluiting. Dat is een epileptische aanval.
Symptomen van epilepsie bij honden: 3 fasen
Tijdens een epilepsie aanval onderscheiden we drie fasen. De duur en de ernst van de epileptische aanvallen kunnen per hond verschillen.
Voor de epileptische aanval hond
Deze periode kan enkele seconden duren maar ook uren of zelfs dagen. Uw hond gaat zich anders gedragen: soms rustig, soms juist onrustig, vaak zijn honden wat aanhaliger. Honden kunnen verder soms een wat verdwaasde blik in hun ogen hebben tijdens de epileptische aanval.
De epileptische aanval (toeval of ictus)
De echte epileptische aanval duurt meestal kort: seconden tot minuten. Bij een hevige epileptische aanval kan het volgende worden waargenomen bij je hond:
- Omvallen en bewustzijnsverlies
- Hevige krampen over het hele lichaam
- Krampachtige bewegingen met de poten
- Klapperen met de kaken, Schuimbekken
- Janken, gillen of piepen
- Verlies van urine en ontlasting.
Deze fase van de aanval kan enkele minuten duren en er zeer alarmerend uitzien. Duurt de aanval langer dan 10 minuten, dan spreken we van status epilepticus en dient u altijd een dierenarts te bellen! Een epileptische aanval is niet te stoppen. Het is belangrijk te beseffen dat uw hond tijdens een epileptische aanval buiten bewustzijn is. Hij of zij kan zich later van de aanval niets herinneren. Blijf rustig, raak uw hond of kat niet aan. Hij of zij kan u per ongeluk bijten/verwonden. Bel uw dierenarts als de aanval langer duurt dan 10 minuten.
Na de epileptische aanval (post-ictale fase)
De fase na de epileptische aanval kan enkele seconden tot enkele dagen aanhouden. De meeste hondenbezitters vinden deze fase het vervelendst. De krampen zijn wel afgelopen, maar uw hond gedraagt zich vreemd: is onrustig, piept, vraagt om eten, gaat uitgebreid slapen, gaat op rare plekkenliggen, herkent u niet. Je kan deze fase het best vergelijken met slaapwandelen. Het bewustzijn is nog steeds verminderd. Piepen en angstig kijken hebben dus meer te maken met een nachtmerrie. Uw hond lijdt niet en is ook deze fase vergeten als de aanval over is.
Symptomen: focale en gegeneraliseerde epilepsie
Het begint vrijwel altijd als een hond of kat rustig is. De verschijnselen (symptomen) kunnen heel verschillend zijn. Bij een focale (of patiële) epilepsie beperkt de kortsluiting zich tot een klein gedeelte van de hersenen. De hond of kat kan: gedragsverandering vertonen, dingen zien die er niet zijn, een vreemde smaak in de mond hebben, afwezig zijn (absentie), een dier is vaak bij kennis. Bij gegeneraliseerde epilepsie is er kortsluiting in de hele hersenen. Dit gaat gepaard met bewustzijnsverlies, krampen over het hele lichaam, urineverlies, schuimbekken, enz.
De oorzaak van de epilepsie bij honden
Epilepsie bij honden kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende vorm is idiopathische epilepsie, een erfelijke aandoening zonder aanwijsbare oorzaak. Daarnaast kunnen structurele afwijkingen in de hersenen, zoals tumoren, ontstekingen of trauma, epileptische aanvallen veroorzaken. Ook metabole problemen, zoals een laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie) of leverfalen, kunnen een rol spelen. Sommige vergiftigingen en infecties leiden eveneens tot epileptische activiteit. De exacte oorzaak is niet altijd vast te stellen, maar diagnose en behandeling door een dierenarts zijn cruciaal om de symptomen onder controle te houden en de kwaliteit van leven van de hond te verbeteren.
Primaire epilepsie en secundaire epilepsie bij honden
Epilepsie kan worden ingedeeld in twee soorten:
- Epilepsie waarbij bij volledig onderzoek geen oorzaak wordt gevonden. We noemen dit: primaire epilepsie. De meeste honden met deze vorm zijn tussen de 6 maanden en 5 jaar oud. De aanvallen zien er elke keer ongeveer hetzelfde uit. Buiten de aanvallen om, is het dier gezond en vertoont normaal gedrag.
- Epilepsie waarbij wel een oorzaak kan worden aangewezen. We noemen dit secundaire, reactieve of symptomatische epilepsie. Als de oorzaak wordt behandeld, verdwijnen de klachten mogelijk weer of wordt de aandoening beter te behandelen.
Epilepsie bij honden kan niet altijd genezen worden, maar met de juiste behandeling kunnen aanvallen verminderd worden. Een dierenarts stelt de diagnose en kan medicatie of een natuurlijk supplement voorschrijven, om de aanvallen te controleren. Een vast voedingspatroon, voldoende rust en het vermijden van stress kunnen helpen om triggers te minimaliseren. Het is belangrijk om aanvallen bij te houden in een dagboek om patronen te herkennen. Tijdens een aanval kun je de hond veilig laten liggen, prikkels verminderen en hem niet vasthouden. Regelmatige controles bij de dierenarts zijn essentieel om de medicatie en gezondheid goed te monitoren.